Tekst: Psalm 73 : 23b
BIDDAG VOOR GEWAS EN ARBEID
Psalm 73 is een psalm, die ons midden in het gewone leven plaatst. De dichter schreeuwt het uit. Waarom zit alles hem tegen? En waarom gaat het juist zo goed met hen, die ver van God leven. De tegenstelling verbittert. Wat is de meerwaarde er nu van, dat ik geloof? En heeft het wel zin, om te bidden voor gewas en arbeid? Als alles toch zo onredelijk en zo onlogisch verloopt.
Het zijn de vragen, die ook mensen in onze kring bezig houden. Juist op de biddag voor gewas en arbeid laten wij ons in met deze vragen. Hebben wij wel houvast aan ons geloof in de vragen van alledag, juist als we zien, dat het allemaal zo anders gaat dan ons verstand logisch zou vinden.
Voor de dichter van psalm 73 is het een groot raadsel. Hij heeft aan God vastgehouden en met Hem geleefd. Natuurlijk weet Asaf, de dichter, ook wel, dat hij een zondaar is, maar hij kan naar eer en geweten zeggen, dat hij geprobeerd heeft God te dienen. En wat leverde deze trouw hem op? Hij moet lijden, elke dag opnieuw. Hij is bepaald niet gelukkig. Wanneer hij zijn eigen toestand vergelijkt met de situatie van de ongelovigen, komt hij voor raadsels te staan. Hij voelt zich als iemand, die in een diepe put gevallen is en om hulp schreeuwt: Help me uit deze put! En dan houdt hij maar een biddag. Vers 17 zegt immers, dat hij naar het heiligdom ging. Wij voegen ons in gedachten bij hem met de vragen, die het dagelijks leven betreffen. We mogen bidden en onze vragen aan de Here God voorleggen. Here God, we zoeken naar houvast in het leven.
Op de biddag mag ook het evangelie aan ons verkondigd worden. En dat evangelie luidt als volgt: God steekt zijn rechterhand uit naar onze rechterhand, die wij vanuit de diepte hulpeloos omhooghouden. Onze tekst zegt: Gij hebt mijn rechterhand gevat. Hij steekt als het ware zijn rechterhand naar ons uit, om ons uit de put te redden. Hij deed dat, door Zijn Zoon naar de aarde te zenden. Jezus liet zich de put in werken. Wat een raadselen rondom het kruis. Als er één reden had, om de vragen van psalm 73 te stellen, dan was het wel Jezus aan het kruis. Maar Hij ging die weg, om onze nood te dragen.
Als wij met onze levensvragen op deze biddag komen, dan mogen wij weten, dat Jezus ons terzijde wil staan. Hij wil naast ons komen staan en zegt tegen ons: Ik weet wel, wat jij door moet maken. Ik ken jouw vragen. En ik heb er begrip voor, als jij op deze biddag emotioneel mij de waaromvraag voorhoudt.
Waar kun je dit evangelie in de psalm op het spoor komen? Dat lezen we in vers 17, waar staat: totdat ik in Gods heiligdommen inging… Gods heiligdommen, dat zijn de kerkdiensten, de avonden, die de gemeente belegt, de dagelijkse Bijbellezing in de gezinnen, de persoonlijke stille tijd in de huiskamer. Laten we daar maar royaal de tijd voor nemen. Want dat zijn de plaatsen en de tijden, waar God ons verder helpt in de emotionele en spirituele vragen, die ons bezig houden, waar God ons uitzicht biedt ook te midden van de waaromvragen van het leven.
God reikt ons zijn rechterhand en trekt ons uit de put. Dat houdt onder meer in, dat Hij ons verheft. Als in het oude Oosten iemand tot koning werd uitgeroepen, dan werd hij door de priester bij de rechterhand gepakt. Dat mag in psalm 73 meeklinken. Wat een onvoorstelbaar wonder, Heer God, dat U mij, die zo diep in de put was terechtgekomen, die in het moeras van lot en schuld dreigde weg te zinken, dat U mijn hand wilde vatten en mij tot het koningschap wilde verheffen.
Het woord “christen” betekent gezalfde en slaat dus ook op onze Koninklijke waardigheid. Als christen ben je geroepen, om te heersen, om met Christus mee te heersen over de aarde. En daarom komt vanuit de tekst van deze biddag ook de oproep tot ons: Bid en werk. Houd je handen gevouwen, maar steek ze ook uit de mouwen. Als koningen mogen we omgaan met de dingen van het leven.
Dat wijst ons op onze verantwoordelijkheid inzake de dingen van het dagelijks leven, waar zoveel aan de orde is. God wil, dat we met ons gebed, maar ook met onze daad mee werken aan de opbouw van zijn koninkrijk op deze aarde.
Als we bidden voor gewas en arbeid, dan houdt dat dus ook in, dat we ook actief betrokken worden in het Koninklijke werk, dat God op deze aarde volvoert: de bouw van zijn koninkrijk van Vrede op deze aarde. Dat kunnen we doen door in het openbare debat onze mening uit te dragen over de moderne vraagstukken: Hoe gaan we met de vragen van leven en dood om? Hoe gaan we met het milieu om? Gods rechterhand grijpt ons bij onze rechterhand en daarmee verheft Hij ons tot koningen, die met Hem mee mogen regeren over deze aarde
In de derde plaats horen we in de uitspraak over Gods rechterhand, die onze rechterhand vastgrijpt, dat Hij ons leiden wil. Hij leidt ons voort, zoals een moeder met haar kleine kind hand in hand wandelt. Zo mogen wij, geleid door de trouwe Vaderhand van God, het nieuwe seizoen ingaan en door Hem geleid, onze arbeid gaan verrichten. Dat geeft ons HOUVAST. Hij leidt ons door zijn raad. God heeft een plan met ons leven. Hij laat ons dingen meemaken, die Hij goed voor ons vindt. Zoals de herder van psalm 23 ,met zijn schapen wel eens door donkere dalen gaat. Wij, schapen, weten dan niet, waartoe dat dient.
Maar psalm 73 leert ons vandaag, dat daarachter de raad van God zit, het plan van God met ons leven. Zijn Vaderhand houdt ons vast, leidt ons, ook als het moeilijk is, en als we er aan toe zijn, om opstandig de schreeuw te uiten, die de psalmdichter aan het begin van de psalm laat horen.
Misschien wil Hij wel, dat de tegenslagen ons geestelijk sterker maken. Misschien wil Hij met het donkere dal wel, dat we tot inzichten komen, die we nooit gehad zouden hebben, als het ons alleen maar voor de wind was gegaan. Wie zal het zeggen? Misschien ontdekken we tijdens ons leven niet, waar het allemaal toe diende. Misschien mag een tipje van de sluier worden opgelicht. Misschien mogen we er ooit iets van zien en dan vol eerbied zeggen: Ja, Here, nu begrijp ik waarom ik het allemaal moest meemaken. nu zie ik, welke winst het mij heeft gebracht.
Gods raad, we doorzien die vaak niet, maar één ding weten we zeker: Het loopt niet mis want het loopt God niet uit de hand. Wat behoeven we nog meer in het seizoen, dat nu aanbreekt. Dat op de biddag voor gewas en arbeid dit onze bede zij: Here, leer mij meer en meer, om op aarde nevens U niets te begeren. Leer mij, in kinderlijke eenvoud, door uw hand geleid, mijn levensweg te gaan. Leer mij, om het HOUVAST te aanvaarden, dat het evangelie biedt, zelfs als alles tegenzit.
Ds. J. R. Lammers
VOOR U GELEZEN:
Wat uw vijand niet mag weten, zegt dat uw vriend niet (Joods spreekwoord)