Meditatie

Lezen: Romeinen 9-11 

Israël een open zenuw

Dat stond ooit op de voorpagina van Woord en Dienst. Dit naar aanleiding van zondag 2 oktober. Op de eerste zondag van oktober is het immers Israelzondag. Ds. Henk Vreekamp schrijft het volgende: 

De kerk heeft het moeilijk met het bijzondere van Israël. De kerk wil zelf bijzonder zijn. Maar ze kan niet eens op eigen benen staan. De kerk deelt in de aan Israël geschonken verwachting van het Koninkrijk van God, zo stelt de Kerkorde. De kerk begon met joodse volgelingen van Jezus. En die zijn er nog in de kerk. Maar al zou de kerk alleen uit gedoopte heidenen bestaan, één Jood is altijd aanwezig: Jezus. De kerk is vervolgens ontstaan uit heidenvolken die op een dag met de God van Israël in aanraking komen. Die in de naam van Jezus het Oude Testament horen voorlezen. Die met Israël haperend psalmen beginnen mee te zingen. In heidense hoogmoed heeft deze kerk de plaats van Israël willen bezetten. De kerk als bezetter. En daarom is Israelzondag allereerst een dag van inkeer en omkeer. Om onze plaats te leren kennen. 

Met instemming neem ik deze tekst over in ons kerkblad, Op de eerste zondag van oktober gedenken we immers dat we een entje zijn, ingeplant op Israël. Dat is de beeldspraak die de hoofdstukken Romeinen 9 tot en met 11 ons meegeven. Israël is een boom, geworteld in de beloften van God. En de kerk is niet zo maar één van de takken; de kerk is een entje dat op één van de takken is aangebracht. Aan Israël hebben we veel te danken: de rustdag, de tien geboden, de psalmen, het samenkomen als gemeente, de grote plaats van de maaltijd in de eredienst (Heilig Avondmaal) en niet in het minst: onze joodse broeder: JEZUS. Veel vragen rijzen als we de kerkgeschiedenis overzien en bezien hoe de verhouding tussen kerk en Israël zich ontwikkeld heeft. Maar in elk geval is het goed om bij het begin te beginnen: de bescheidenheid die de kerk siert wanneer de kerk vanuit Romeinen 9 tot en met 11 het gesprek ingaat. 

Ds. Jan Lammers 

VOOR U GEHOORD: 

Ouders die hun kinderen opvoeden, mogen hun kleinkinderen verwennen; ouders die hun kinderen verwennen, moeten hun kleinkinderen opvoeden  

(onderweg gehoord tijdens het bezoek aan grootouders waarbij een tiener-kleindochter deze wijsheid -met instemming en met waardering voor haar eigen ouders – in het gesprek inbracht). 

VOOR U GELEZEN: 

Een vreemde mag niet steeds een vreemde blijven (Erasmus) 

Niet iedereen met een tong heeft verstand (Erasmus). 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s