Op 15 november zal er de viering zijn van het Heilig Avondmaal. Brood en wijn worden gedeeld; anders dan in andere jaren; maar de kern blijft gelijk ook al verandert de vormgeving. Belangrijk is dat de vormgeving goed verzorgd is maar we behoeven niet aan één vorm te blijven hangen.
Ter voorbereiding op deze viering enkele gedachten bij de uitspraak van Jezus: ik ben de ware wijnstok.
De tekst komt voor in de afscheidsgesprekken van Jezus, in de week vòòr zijn lijden. Na het laatste avondmaal is Jezus met zijn discipelen op weg gegaan naar de Olijfberg. Daar zal Hij worden gearresteerd. Op weg daarnaartoe passeert Hij het tempelplein en ziet de gouden wijnstok op het front van de tempel. Deze wijnstok was een beeld van het volk Israël, het volk dat geroepen was om vruchten voort te brengen. Helaas viel de opbrengst tegen. En dat brengt Jezus ertoe om zich uit te roepen als de ware Wijnstok, Degene die de roeping van Israël tot vervulling zou brengen.
Aan het beeld van de wijnstok zijn vele aspecten verbonden. Eén ervan is, dat de Wijnstok zonder de ranken niet meer is dan een stok. Jezus wil niet alleen blijven. Hij wil verbondenheid met ranken, met ons.
Een ander aspect is dat Jezus zich nederig opstelt door dit beeld te gebruiken. Hij vergelijkt zich niet met de ceder of de palm, indrukwekkend hoge bomen maar Hij vergelijkt zich met de nederige wijnstok.
De gelovigen zijn de ranken. Het is van het grootste belang verbonden te blijven met de wijnstok. Via de wijnstok krijgen de ranken de onmisbare levenssappen.
Soms moet er gesnoeid worden, om des te meer bloei te krijgen en des te meer vruchten.
Laten we in de dienst van 15 november van de vele rijkdom aan gedachten ook deze met elkaar delen.