“Wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van Mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, en tot het uiteinde van de aarde”
(Handelingen 1:8)
Afgelopen november was er vrijwilligersavond, voor ieder die zich inzet in onze gemeente. Op die avond kon iedereen opschrijven wat hij of zij deed in de kerk, en al die bijdragen werden als bladeren in een ‘boom’ gehangen. Omdat deze boom tijdens een themadienst voor in de kerk moest komen, heeft hij een tijdje in de gang van de pastorie gestaan. Ik heb toen eens gekeken wat er allemaal opgeschreven stond aan taken, en dat was heel wat. Daarover schreef ik in het vorige nummer al: ieder heeft een taak, ook heel praktisch vaak.
Eén ding viel me echter op: slechts heel weinig van wat we doen met zijn allen is erop gericht om het Evangelie uit te dragen naar buiten! Er gebeurt veel ín de Beekbergse kerk en vóór de kerk, en dat is goed. Echter, de kerk heeft een opdracht, en die staat hierboven. Getuigen zijn van onze Heer, van Jezus. In je eigen omgeving en overal. Hoe staat het daarmee bij ons? Maakt het ons misschien weinig uit of anderen Hem leren kennen? Hebben we de moed opgegeven dat mensen ook nu tot geloof kunnen komen?
Enkele dingen vallen op in deze tekst die hierboven staat.
Als eerste: Jezus zegt niet ‘jullie moeten getuigen’ als opdracht. Hij zegt letterlijk: ‘jullie zullen getuigen zíjn’. Het gaat dus niet alleen om getuigenis afleggen, spreken met woorden, het gaat ook om wie je bent en wat je uitstraalt. Woorden en daden zijn de twee benen waarmee het Evangelie de wereld door gaat! Deze opdracht is dus óók voor de doeners onder ons.
Ten tweede: het is een opdracht die duidelijk niet alleen voor de twaalf apostelen bedoeld was. Zij zijn begonnen, maar de opdracht reikt tot ‘de uiteinden van de aarde’. Elke christen heeft deel aan deze opdracht, om te zorgen dat de Heer overal wordt geëerd. Deze opdracht gaat door tot Jezus terugkomt – sterker nog: Zijn komt is eraan verbonden! (Mat. 24:14). Ook wij in Beekbergen hebben dus de opdracht om van Jezus te getuigen. Daarbij mogen we beginnen waar we zijn, maar we mogen ook de durf hebben om grenzen over te steken, misschien wel figuurlijke – naar mensen die heel anders zijn dan wij. Arbeidsmigranten, allochtonen, mensen uit hogere of lagere sociale klassen; ook zij moeten de Heer leren kennen. Zoeken we hoe we daaraan kunnen meewerken?
En ten derde: ik denk dat veel van ons dit een lastige opdracht vinden. Misschien omdat we opgroeiden in een tijd en een dorp waar geloof vanzelf sprak, misschien omdat we bang zijn de woorden niet te weten of omdat onze eigen twijfels en vragen in de weg zitten… Maar het mooie is: Jezus zelf belooft bijstand! Daar begint de tekst zelfs mee. Onze Heer belooft de Heilige Geest, en Die zal kracht geven om deze taak te kunnen vervullen.
Daarom begint missionair-zijn met gebed. Gebed om de Geest, gebed om kracht van boven. De Heer wil die zeker geven, en dan kunnen er wonderen gebeuren. Méér dan wij soms geloven in een tijd van secularisering.
En dan begint missionair-zijn ook bij onszelf. Wat allereerst nodig is, is dat we zélf vol zijn van God, vol van zijn Geest en vol van Jezus’ liefde voor mensen. Dat we niet maar horen dat hier iets is wat de kerk ‘moet’ en wat ik ‘moet’, maar dat het iets is wat je graag wilt! Omdat je zelf alles in de Heer vindt en dat anderen zo gunt.
Nee, het is geen goed teken dat onze kerk weinig moeite steekt in het evangelie uitdragen naar buiten. Laten we, in plaats van inderhaast een evangelisatie-actie op te zetten (of misschien wel daarnaast…), ons eerst eens afvragen hoe het met onszelf staat. Wie is Jezus voor jou? Voor u? Hoe levend is je geloof? Groeien we ook erin? Dan kan het niet anders, of we zullen verlangen dat onze gemeente gaat groeien!
Ds. Adriaan Molenaar
