In ‘A Year at St.Yorick’s’ van Adrian Plass las ik het volgende.
Bij een bezoek merkt iemand dat hij bij ‘de perfecte familie’ is: een vriendelijke man en vrouw die zichtbaar van elkaar houden, welopgevoede kinderen die graag meegaan naar de kerk en anderen helpen, een mooi huis dat altijd openstaat voor anderen… Hij kan het niet laten om zijn bewondering uit te spreken.
Dit is het antwoord dat hij dan krijgt (vrije vertaling): “Weet je Henry, het is niet zo wonderbaarlijk. We hebben veel geluk gehad met ons huwelijk. We hebben een fijne jeugd gehad. We hebben geen problemen met gezondheid of geld of met de kinderen op school…
De echte helden, de mensen die een heel grote medaille verdienen als ze in de hemel komen, dat zijn de mensen die de hele tijd moeten vechten tegen hoe ze zijn of wat ze meedragen of waar ze aan lijden, en die toch doorgaan met Jezus volgen. Dat zijn de echte vechters! Díe mensen moet je bewonderen, niet ons.”
