De HEER van de hemelse machten, die mij zijn grootheid heeft geopenbaard en die mij gezonden heeft, zegt over de volken door wie jullie geplunderd zijn: ‘Wie aan mijn volk komt, komt aan mijn oogappel! Ik zal mijn hand dreigend naar hen uitstrekken, zodat zij op hun beurt geplunderd worden door degenen die zij hadden geknecht’ (Zacharia 2:12)
Een mooi oud woord, ‘oogappel’. Je hoort het eigenlijk nooit meer, behalve in de uitdrukking ‘iemands oogappel zijn’ – iemand op wie een persoon bijzonder gesteld is. Het is een uitdrukking die uit de Bijbel komt, uit de tekst die hierboven staan. ‘Wie aan mijn volk komt’, zegt de HEER, ‘komt aan mijn oogappel!’ Maar wat betekent dat eigenlijk?
Je oogappel. Dat is niet alleen iets uit een uitdrukking, het is een letterlijk ding. Je oogbol, wordt ermee bedoeld. De bol die alle kanten op draait als je je blik laat dwalen. Dus wat zegt de Bijbel letterlijk? Wie aan Gods volk komt, aan Israël, komt aan Gods oogbol. Vreemd! Het zal één of andere beeldspraak zijn, want God heeft natuurlijk geen letterlijke ogen of oogbollen. Maar zoals altijd bij een beeldspraak is de vraag: wat is het punt van vergelijking?
Dat punt van vergelijking werd mij de afgelopen zomer plotseling erg duidelijk. Ik kreeg namelijk soms een akelige pijn in mijn oog. Alsof er een zandkorrel hard schuurde, of alsof er met een naald in werd gestoken. Zo’n pijn, dat het bijna niet uit te houden was. Ik ging dus via de huisarts naar de oogarts, en die bekeek mijn oog met zijn speciale apparatuur en wat kleurstof. Wat bleek? Er zat een kleine beschadiging op het hoornvlies, en die veroorzaakte de pijn. Gelukkig is nu met goede behandeling de pijn zo goed als weg en het oog weer genezen.
Wat leerde ik hiervan? Dat je oogbol heel erg gevoelig is. Als iemands oogbol maar even geraakt wordt, door een vinger of een takje, of wat dan ook, dan doet dat veel pijn. Veel meer dan wanneer die vinger of dat takje bijvoorbeeld je neus had geraakt. Als je aan iemands oogappel komt, zal die persoon heel heftig reageren, omdat het zo gevoelig is.
Kijk, en dat is het punt van vergelijking in de Bijbeltekst hierboven. Wie aan Gods volk, Israël, komt, raakt Gods oogappel aan – zijn oogbol. Het doet Hem erg pijn en zal zorgen voor heftige reacties. Of om het zonder beeldspraak te zeggen: als je Israël raakt, dan raak je daarmee God Zelf op zijn meest gevoelige plek. Dan voelt Hij hetzelfde als wanneer ik in uw oogbol zou prikken. En dan volgt er natuurlijk reactie. Dan zal God zijn oogappel willen beschermen, en wegdoen wat die kwetst.
Een belangrijke les om mee te nemen, nu rond Israëlzondag: Israël is Gods oogappel, het volk dat Hij liefheeft en heeft uitgekozen. Alles wat dat volk raakt, raakt Hem! Als je dat toepast op de vreselijke aanslagen van 7 oktober vorig jaar – als je ervan las of filmpjes zag, dan draaide je maag om. Als ík al zoiets voel, wat heeft de HEER toen gevoeld? En hoe zal Hij reageren? Het is niet best als je God tegen hebt, dat zegt de tekst ook.
Nee, dit betekent niet dat dan alles maar goed is wat de staat Israël in reactie deed en doet. De HEER is de God van de hele aarde – Hij voelt net zo goed pijn als een kind in Gaza haar ouders verliest. Hij zal ook dáár op reageren! Ook het Israël van nu staat onder zijn beoordeling; zelfs des te meer omdat het Zijn speciale volk is…
Maar het besef dat Israël Gods ‘oogbol’ is, maakt mij wel voorzichtig met makkelijke kritiek van de zijlijn. Ik denk dat mijn roeping als christen mede is om gevoelig te zijn voor Gods pijn wanneer zijn volk wordt geraakt, en om erg op te passen dat je Hem niet ‘in zijn oog prikt’. Ondanks alles blijft Israël zijn oogappel!
Ds. Adriaan Molenaar
