“Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven, in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus” (Titus 2:11-13)
Voor mijn persoonlijke Bijbellezing gebruik ik een rooster. Dat leidde mij onlangs naar de brief aan Titus. Een Bijbel boekje waar ik nog nooit zoveel aandacht aan had geschonken. Boven hoofdstuk twee staat als kopje “praktische aanwijzingen”. Er volgen dan inderdaad aanwijzingen, en een aantal woorden komt telkens terug: ingetogen, sober, bezonnen, waardig, zuiver… Zó moet een christen leven, moet Titus aan zijn gemeente voorhouden.
Deze terugkerende woorden troffen mij. Als christen mag je iets van God laten zien door hoe je leeft. Jezus heeft het erover: een lichtend licht en een zoutend zout zijn. Je licht laten schijnen voor de mensen. Ze mogen merken dat je anders bent, je levensstijl mag vragen oproepen en nieuwsgierigheid.
Tegelijkertijd is dit best heel lastig. Vaak leven we als christen gewoon een vrij burgerlijk braaf leven. Er zitten veel nette mensen in de kerk, en gelukkig maar. Maar zal onze levensstijl zo vragen en nieuwsgierigheid oproepen? Ik denk dat vooral naastenliefde en vergeving dingen zijn waarin je je kunt onderscheiden en die kunnen opvallen – zeker als je daarin verder gaat dan in onze maatschappij gebruikelijk is. Maar ook dan wordt lang niet altijd waar wat Jezus zegt ‘een stad op een berg kán niet verborgen zijn’. In de brief aan Titus lees ik dus echter dat gewoon netjes leven ook al heel waardevol is, en een getuigenis kan zijn. Hoe zit dat?
De brief aan Titus is vooral praktisch, geen diepgravend-dogmatisch betoog. Voor de jonge christenen op Kreta zijn de die Titus moet geven hard nodig. De levensstijl die ze gewend waren, was namelijk bepaald niet ingetogen en zuiver. In hoofdstuk 1 van de brief haalt Paulus een gezegde aan uit die tijd “Kretenzers zijn onverbeterlijke leugenaars, gemene beesten en vatsige vreters”. En hij voegt eraan toe: ‘dat is pas een waar woord!’
Wat voor u of mij misschien heel normaal en vanzelfsprekend is, een gewoon burgerlijk braaf leven, dat was toen behoorlijk revolutionair! De christenen onderscheidden zich er echt door. Ze lieten zien dat er een andere manier van leven mogelijk is, niet gericht op jezelf en de bevrediging van je begeertes. Ze leefden ‘bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld’ zoals de tekst hierboven zegt. Niet omdat ze zo burgerlijk waren, maar omdat ze in Jezus waren gaan geloven!
Voor ons is het je op deze manier onderscheiden veel lastiger. Onze maatschappij is diepgaand beïnvloed door het christelijk geloof. Er zijn hele hordes mensen die niet meer geloven maar die toch een braaf burgerlijk leven leiden. Als ik dat dus ook doe, maar vanuit je geloof, valt dat niet zo erg op. En toch, zo neem ik uit dit Bijbelgedeelte mee, hoort dit ook bij onze roeping. Of het anderen nu opvalt of niet, is niet de eerste vraag. De eerste vraag is wat God van ons leven vindt. Zijn oordeel is doorslaggevend! Dan is over die woorden als ‘rechtvaardig’ en ‘ingetogen’ een heleboel te zeggen. Is dat over uw en mijn leven te zeggen?
Tegelijk denk ik dat zo’n waardig, rechtvaardig en sober leven wel opvallend kan zijn – en dat zelfs meer en meer zal worden naarmate de invloed van het christendom vervaagt. Onze maatschappij is steeds meer gericht op het vervullen van je eigen verlangens. Je moet uit het leven halen wat erin zit, want het is alles wat je hebt. Als christen kun je echter anders in het leven staan. Je hoop ligt over de horizon! Wij mogen leven, zo zegt de tekst “in afwachting van het geluk waarop wij hopen”, de dag dat Jezus komt en Gods Rijk doorbreekt. Als je die hoop hebt, hoef je niet alles uit het heden te halen. Dan kun je sober leven en veel weggeven. Dan zul je je zonder morren aan de wetten van het land houden. Dan ga je niet onbeheerst uit je dak, onwaardig en plat, maar dan vind je vreugde in de Heer. Dan ben je blij om de hoop die de Heer geeft, en waar je om Jezus’ wil naartoe onderweg mag zijn. Dan sta je ánders in het leven. Niet door spectaculaire opvallende dingen, maar juist door eerbied en eerbied, wijsheid en waardigheid. En… het zou best kunnen dat dat anderen toch triggert en nieuwsgierig maakt!
Ds. Adriaan Molenaar
