Meditatie

De Menora en de Toren van Babel)  

(Numeri 11) 

Dankbaar zien we terug op de komst van maar liefst twaalf nieuwe ambtsdragers aan het begin van dit jaar; op 15 januari negen en op 2 april opnieuw drie: Remko Polinder, Ginus Kort en Ad de Jong). De bevestigingsdienst ging over Numeri 11 waar de mismoedige Mozes nieuwe moed krijgt als zeventig “assistenten” hem mogen ondersteunen. En ze krijgen elk een stukje van zijn Geest. Mozes was bezield door de Geest van bevrijding; hij was bezield door de tien geboden (die als wijze woorden mensen bij de vrijheid willen houden). Die Geest wordt uitgedeeld. 

Tijdens de preek kwam het beeld van de menora en de toren van Babel aan de orde, een tegenstelling. Een stukje uit die preek: 

De rabbijn Jonathan Sacks komt met een prachtige gedachte bij het symbool van de menora, de zevenarmige kandelaar, het symbool van Israël. We kijken via de beamer naar de menora (die bij ons (Jan en Sita) op de schoorsteenmantel staat). Op de dia staat naast de menora de toren van Babel. We gaan naar allebei kijken. De toren van Babel heeft een breed grondvlak en met elke laag erboven wordt het vlak smaller tot het bij een spits uitkomt. Alles is gericht op die bovenste spits. Bij de menora is het omgekeerd. Aan de onderkant is er de voet en naar boven is er de uitwaaiering naar zeven armen.  

Dit gebeurt in Numeri 11. Mozes staat aan de voet. En zijn gedachtegoed verspreidt zich en wordt verdeeld over zeventig anderen die het licht verder verspreiden. 

De mismoedige Mozes krijgt nieuwe moed. Van het gedachtegoed waardoor hij zo was bezield, is er iets dat blijft. Het gaat verder; het wordt verder verspreid. Het is niet alleen van hem afhankelijk. Dat ze de nieuwe ambtsdragers bemoedigd mogen weten: van al je inspanningen voor God en zijn gemeente geldt: er is iets dat blijft. Er is iets dat je wordt aangereikt en dat je op jouw beurt weer mag doorgeven. 

Ds. Jan Lammers